Net als particulieren worden ook ondernemers geconfronteerd met nulrentes op de cash van hun bedrijf. Bovendien rekenen meer en meer banken zelfs negatieve rente op tegoeden aan voor vennootschappen, vzw’s of vermogende particulieren.
Het kapitalisatiecontract is een contract dat uitgegeven wordt door een verzekeringsmaatschappij. Betreft het een Luxemburgse verzekeringsmaatschappij, dan spreken we van een tak 6 of branche 6, naar Luxemburgs recht. Niet te verwarren met een tak 26 die verwijst naar een kapitalisatiecontract onder de Belgische wetgeving. Onderliggend bestaat het contract Tak 6 met vaste looptijd uit activa waarvan de waarde kan schommelen en is er geen kapitaalgarantie in tegenstelling tot het kapitalisatiecontract Tak 26 waarbij er eventueel een gewaarborgd rendement is.
Een kapitalisatiecontract is niet gekoppeld aan het menselijk leven en dient nominatief te worden afgesloten. Het kent alleen een onderschrijver en dus geen verzekeringsnemer, verzekerde en begunstigde (zoals we die wel kennen in een Tak 21 of Tak 23). Aangezien in het contract geen verzekerd hoofd is, kan het kapitalisatiecontract onder Luxemburgs recht vooral geschikt zijn voor Belgische vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbelasting en andere rechtspersonen zoals vzw’s en stichtingen die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting.
In feite is het kapitalisatiecontract Tak 6 geen verzekeringscontract, maar wel een investeringscontract uitgegeven door een verzekeringsmaatschappij.
In het verleden was er onzekerheid over het fiscaal regime voor vennootschappen onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting die wensten te beleggen in een tak 6. Er werden namelijk enkele voorafgaandelijke beslissingen afgeleverd door de rulingcommissie voor verzekeringen onder tak 26 die ervan uitgingen dat deze producten het fiscaal regime dienden te volgen van vastrentende effecten. Dit leidt er toe dat er jaarlijks een deel van de verlopen opbrengst als verlopen interesten als winst moet aangegeven en dus belast worden.
Het verschil met een tak 26 kapitalisatiecontract is dat er bij een tak 6 onder Luxemburgs recht geen verlopen interesten bepaald kunnen/ moeten worden omdat het eindresultaat van deze belegging onzeker is.
Concreet betekent dit dat er enkel een belastingheffing zal zijn op de netto-meerwaarde van de beleggingen en dit ongeacht of deze meerwaarde voortkomt uit interesten, dividenden, meerwaarde op aandelen of wisselkoerswinsten. Opbrengsten uit interesten kunnen m.a.w. eventueel gecompenseerd worden met minwaarden op aandelen, wat niet het geval is bij een rechtstreeks aangehouden beleggingsportefeuille. Naast een duidelijk fiscaal voordeel, betekent dit ook op boekhoudkundig vlak een grote vereenvoudiging, aangezien enkel het globale resultaat moet geboekt worden en niet de onderliggende verrichtingen.
Zowel DBI als tak 6 zijn fiscaal interessante producten voor Belgische vennootschappen. Een DBI bevek belegt uitsluitend in aandelen of risicokapitaal wat er toe kan leiden dat er veel meer tussentijdse schommelingen zijn. In tegenstelling tot een belegging via het investeringscontract Tak 6 waarbij de onderliggende activa niet noodzakelijk risicodragende beleggingen moeten zijn. Op fiscaal vlak kunnen bij beleggingen in een DBI-bevek de dividenden of gerealiseerde meerwaarden in principe voor maximaal 100% vrijgesteld worden van vennootschapsbelasting (onder bepaalde voorwaarden waar we nu niet verder op ingaan).
Bij het Tak 6 kapitalisatiecontract zijn er geen jaarlijkse uitkeringen aangezien de opbrengsten jaarlijks kapitaliseren, maar is er wel vennootschapsbelasting verschuldigd op het einde van de rit. Momenteel bedraagt de vennootschapsbelasting, 25% ten opzichte van enkele jaren geleden 33,99%. Voor vennootschappen die voldoen aan de voorwaarden om als een ‘kleine vennootschap’ beschouwd te worden, bedraagt het tarief van de vennootschapsbelasting 20 % op de eerste 100.000,00 EUR belastbaar resultaat.
Zowel DBI als tak 6 zijn fiscaal interessante producten voor Belgische vennootschappen. Een DBI bevek belegt uitsluitend in aandelen of risicokapitaal wat er toe kan leiden dat er veel meer tussentijdse schommelingen zijn. In tegenstelling tot een belegging via het investeringscontract Tak 6 waarbij de onderliggende activa niet noodzakelijk risicodragende beleggingen moeten zijn.
Op fiscaal vlak kunnen bij beleggingen in een DBI-bevek de dividenden of gerealiseerde meerwaarden in principe voor maximaal 100% vrijgesteld worden van vennootschapsbelasting (onder bepaalde voorwaarden waar we nu niet verder op ingaan). Bij het Tak 6 kapitalisatiecontract zijn er geen jaarlijkse uitkeringen aangezien de opbrengsten jaarlijks kapitaliseren, maar is er wel vennootschapsbelasting verschuldigd op het einde van de rit. Momenteel bedraagt de vennootschapsbelasting, 25% ten opzichte van enkele jaren geleden 33,99%. Voor vennootschappen die voldoen aan de voorwaarden om als een ‘kleine vennootschap’ beschouwd te worden, bedraagt het tarief van de vennootschapsbelasting 20 % op de eerste 100.000,00 EUR belastbaar resultaat.
Zoals hiervoor reeds vermeld, kan binnen een tak 6 tijdens de looptijd van het contract tussentijds gearbitreerd worden zonder onmiddellijke taxatie.
De keuze van de depothoudende bank is open en kan een bank in België, Luxemburgse of Zwitserland zijn. Bij een Belgische bank zal er roerende voorheffing ingehouden worden. Het fonds assurance spécialisé, veel gebruikt in landen zoals Luxemburg en Frankrijk, waarbij de investeerder zelf de beleggingskeuzes kan maken, kan in de praktijk voor Belgische residenten niet omwille van de Belgische fiscale regelgeving. Het discretionair vermogensbeheer binnen het kapitalisatiecontract is daarom uiterst belangrijk.
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.