door Griet Pelgrims en Bert Dehu
De medische sector werd lang vrijgesteld van btw. De laatste jaren merken we echter op dat de fiscale administratie onder druk van Europa de grenzen van de btw-vrijstelling steeds duidelijker aan het afbakenen is. Zorgverleners en artsen komen daardoor steeds vaker in aanraking met btw. Een overzicht van de belangrijkste topics.
Sinds 2016 is er 21 procent btw verschuldigd op louter esthetische ingrepen en behandelingen die door artsen worden uitgevoerd. Naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 5 december 2019 is echter gebleken dat België deze regel te eng heeft geïmplementeerd. De btw op esthetische ingrepen zal daarom door de wetgever worden uitgebreid. Daartoe behoren onder andere terugbetaalde esthetische prestaties en ingrepen door bijvoorbeeld tandartsen.
Op 25 juni 2020 werd een wetsontwerp ingediend waarin de vrijstelling wordt beperkt tot ingrepen en behandelingen met een therapeutisch doel. In afwachting van een definitieve wettekst, kunnen beroepsbeoefenaars en instellingen zich ondertussen beroepen op het arrest van het Grondwettelijk Hof. Dit geldt voor alle esthetische handelingen die vanaf 1 oktober 2019 verricht worden.
Worden uw prestaties door de definitieve wetswijziging belastbaar, dan kunt u mogelijk de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen toepassen. Dit is het geval wanneer de omzet uit belaste handelingen op jaarbasis minder dan 25.000 euro bedraagt.
Verhuurt u uw kabinet? Dan moeten de voorwaarden van de btw-vrijstelling voor onroerende verhuur worden nageleefd om de verhuur buiten het btw-stelsel te houden. We onderscheiden drie verhuurtypes.
Heeft de verhuur louter betrekking op het onroerend goed en kan de huurder exclusief gebruikmaken van het kabinet? Dan valt de betaling onder de btw-vrijstelling voor de verhuur van onroerende goederen.
Indien er naast het onroerend gedeelte ook roerende zaken ter beschikking worden gesteld, zoals medische apparatuur, dan valt enkel het onroerend gedeelte onder de btw-vrijstelling. Op het roerend gedeelte moet altijd btw aangerekend worden. We raden u in dit geval aan om de huur op te splitsen in twee delen, waarbij we een onroerend deel (vrij van btw) en roerend deel (met btw) onderscheiden.
Indien er naast het onroerend gedeelte en de apparatuur ook nog ondersteunende diensten worden aangeboden, zoals een secretariaat, IT-ondersteuning of onderhoud, dan valt het geheel buiten de btw-vrijstelling. In dit geval moet op de volledige huur btw aangerekend worden.
Wanneer een zorgverlener op de getuigschriften van de arts-praktijkeigenaar werkt, dan moet er geen btw worden aangerekend op de vergoeding die de tewerkgestelde zorgverlener van de praktijkeigenaar/vennootschap ontvangt.
Als voorwaarde geldt wel dat de tewerkgestelde zorgverlener geen erelonen in eigen naam ontvangt. Alle honoraria worden dus ontvangen door de praktijk. Vervolgens vergoedt de praktijk de tewerkgestelde zorgverlener voor de medische prestaties. Deze vergoeding omvat de inkomsten van de zorgverlener verminderd met het aandeel in de kosten van de praktijk.
Er mag dus geen sprake zijn van ‘afstand van ereloon’. Is dat wel het geval, dan geldt er geen btw-vrijstelling voor medische prestaties en is de betaling van de tewerkgestelde zorgverlener aan de praktijk dus aan btw onderworpen.
Meer en meer zorgverleners bundelen hun activiteiten. De praktijk en alle ondersteunende diensten worden dan gedeeld onder de verschillende leden. Voor de aanwending van de medische apparatuur, het gebouw en het secretariaat wordt een vergoeding betaald via de instorting van een voorschot door de zorgverleners of via inhouding van een vast bedrag op de ontvangen erelonen. Deze aangerekende vergoeding valt buiten de btw-vrijstelling voor medische prestaties. Om ook de onderlinge aanrekeningen buiten de btw-sfeer te houden, kan een beroep gedaan worden op de specifieke btw-vrijstelling voor kostendelende verenigingen. In de circulaire van 5 juni 2019 werden de toepassingsvoorwaarden van deze btw-vrijstelling voor de medische sector toegelicht.
Uit deze circulaire volgt dat samenwerkingsvormen zich aan strenge toepassingsvoorwaarden moeten houden en heel wat formaliteiten in orde moeten brengen vooraleer hun onderlinge aanrekeningen buiten de btw-sfeer kunnen blijven. Zo moet de groepering optreden onder een eigen naam, moet de associatie gemeld worden aan de btw-administratie, moet de associatie verplicht een boekhouding voeren en moet de associatie een specifieke manier van afrekening naleven.
Griet Pelgrims
Certified Tax Accountant griet.pelgrims@vdl.be
Bert Dehu
Certified Tax Accountant bert.dehu@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.