Ten gevolge van de coronacrisis hebben sommige ouders wellicht noodgedwongen hun kinderen geholpen om deze onverwachtse moeilijke situatie het hoofd te bieden. Deze goedbedoelde hulp kan echter voor ongelijkheid tussen de kinderen zorgen met daarbij horende familiale spanningen wanneer de ouders komen te overlijden. Via de ‘globale of punctuele erfovereenkomst’ kan er evenwicht gecreëerd worden.
Een overeenkomst over een niet opengevallen erfenis is principieel verboden. Dit algemene verbod op erfovereenkomsten vinden we terug in artikel 1100/1 van het Burgerlijk Wetboek. Men kan geen erfkeuze maken omtrent een nalatenschap die nog niet is opengevallen, noch enige verbintenis aangaan of enige overeenkomst sluiten omtrent de attributen van de hoedanigheid van erfgenaam of legataris, tenzij in de gevallen bij de wet bepaald. Dit impliceert dat men in de regel geen erfkeuze kan maken omtrent een niet opengevallen nalatenschap, alsook met betrekking tot het principe of de nadere regels van de inkorting betreffende een toekomstige nalatenschap.
Ook kan men niet verzaken aan het recht om de niet opengevallen nalatenschap te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving en de verbintenis om een toekomstige nalatenschap te verwerpen. Evenmin kan men enig beding maken of enige overeenkomst sluiten betreffende de toekomstige nalatenschap van een derde, tenzij in de gevallen bij de wet bepaald. Ook de verdeling van goederen die deel uitmaken van een niet opengevallen nalatenschap van een derde en het verkopen door een persoon van de rechten die hij heeft in de toekomstige nalatenschap van zijn ouder aan bijvoorbeeld een vriend zijn verboden. Elke erfovereenkomst die niet door de wet is toegelaten is nietig (artikel 1100/3 B.W.).
Op dit algemene verbod voorziet het Burgerlijke Wetboek echter een aantal uitzonderingen. Deze kunnen in twee types opgedeeld worden, enerzijds de globale erfovereenkomst en anderzijds de zogenaamde punctuele erfovereenkomsten.
Via het familiepact of de globale erfovereenkomst zoekt één of beide ouders samen met al zijn of haar kinderen en stiefkinderen of andere erfgenamen in rechte neerdalende lijn (klein – of achterkleinkinderen) naar een fair evenwicht. In eerste instantie zullen in het familiepact de persoonlijke situatie van elk kind en alle schenkingen en andere voordelen in kaart gebracht worden. Dit hoeft niet noodzakelijk mathematisch te kloppen en kan subjectief zijn. Het streefdoel is om een overeenkomst op te maken die door alle betrokken partijen aanvaard wordt als ‘fair’.
Bij het afwegen van de verschillende voordelen, kunnen de partijen niet alleen de formele schenkingen betrekken, maar ook andere “voordelen” die één van de kinderen zou genoten hebben. Veronderstel bijvoorbeeld een koppel dat twee kinderen heeft, waarbij één van beide een dure pilotenopleiding in het buitenland heeft genoten op kosten van de ouders en de andere ter compensatie een schenking van € 100.000 heeft gekregen. Zonder familiepact zou bij het overlijden van de ouders de schenking wel in aanmerking komen voor verrekening op het erfdeel, maar de kosten van de opleiding niet. Via het opnemen in een globale erfovereenkomst kan deze onrechtvaardigheid rechtgezet worden. Hetzelfde geldt ook voor een vader die bij één van zijn dochters meegewerkt heeft aan de verbouwing van de woning, en de twee andere dochters als compensatie een schenking heeft gedaan. Bij de verdeling van de nalatenschap worden de schenkingen aan de twee dochters verrekend, maar met de verbouwing bij de derde dochter wordt geen rekening gehouden. Dit zou als onfair beschouwd kunnen worden.
Eens getekend kan niemand op een later tijdstip nog terugkomen op de gemaakte afspraken. Het sluiten van een dergelijke overeenkomst zorgt voor een definitieve regeling aangezien er bij het overlijden van de ouder geen mogelijkheid meer bestaat tot een vordering tot inbreng of inkorting met betrekking tot de opgelijste giften. Evenmin kan nog een vordering tot benadeling gesteld worden. Bij het openvallen van de nalatenschap liggen de gemaakte afspraken dus vast. Op die manier beoogt men bij het overlijden van de ouders de lieve vrede te bewaren.
Naast de globale erfovereenkomst, voorziet het Burgerlijk Wetboek ook de mogelijkheid om enkel bepaalde aspecten van de nalatenschap te regelen, via een zogenaamde punctuele erfovereenkomst. In een dergelijke overeenkomst zullen afspraken gemaakt worden met betrekking tot heel specifieke aspecten van een schenking of een erfenis, zonder dat alle erfgenamen noodzakelijkerwijze bij de overeenkomst betrokken worden.
Enkele mogelijke voorbeelden van punctuele erfovereenkomsten zijn :
Ongeacht het aantal kinderen bedraagt de reserve van de kinderen de helft van de nalatenschap. De reserve van de echtgenoot bestaat uit het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap, met minimum het vruchtgebruik op de gezinswoning. Kinderen kunnen sinds het erfrecht van 1/9/2018 hun erfdeel zo veel als mogelijk vrij van vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot krijgen.
Voor een familie geconfronteerd met een kind met beperking kan een erfovereenkomst voor gemoedsrust zorgen.
Een ander voorbeeld : kinderen van de erflater gaan akkoord met een schenking ten voordele van een stiefkind waarbij ze definitief verzaken aan hun recht op inkorting.
Erfovereenkomsten zijn onderworpen aan strenge vormvoorwaarden om te vermijden dat het sluiten van dergelijke overeenkomsten lichtzinnig zou gebeuren.
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.