door Febe Louage en Stephanie Vanmarcke
Wie zijn voornaamste beroepsactiviteit in Frankrijk uitoefent, wordt volgens het Franse interne recht gezien als inwoner van Frankrijk. Naar aanleiding van een recente wetswijziging, worden bedrijfsleiders van Franse vennootschappen met een omzet van meer dan 250 miljoen, nu geacht hun voornaamste beroepsactiviteit in Frankrijk uit te oefenen, tenzij ze het tegendeel kunnen bewijzen. Dat brengt met zich mee dat Frankrijk hun wereldwijd inkomen én vermogen mag belasten. De uitbreiding van de definitie ‘fiscaal inwoner’ in de Franse fiscale wet geving kan dus vergaande gevolgen hebben voor Belgische bedrijfsleiders van Franse bedrijven.
Bedrijfsleiders van Franse bedrijven met een bepaalde omzet die permanent in een ander land wonen, zouden omwille van deze wetswijziging dubbel worden belast. Het land van verblijf mag immers ook het wereldwijd inkomen belasten. Om deze dubbele taxatie te vermijden, heeft Frankrijk een aantal dubbelbelastingverdragen afgesloten.
In het verdrag tussen België en Frankrijk wordt bepaald dat wanneer een persoon als fiscaal inwoner van beide landen wordt beschouwd, het fiscaal inwonerschap bepaald moet worden aan de hand van een ‘tie breaker rule’. Het beschikken over een duurzaam tehuis, de persoonlijke en economische betrekkingen en het gewoonlijk verblijf, blijven hier domineren.
→ De uitbreiding heeft dus geen belastinggevolgen voor de inkomsten die door het dubbelbelastingverdrag worden gedekt, zoals bezoldigingen, dividenden, interesten en royalty’s.
Frankrijk kent ook een vermogensbelasting op onroerend vermogen (de zogenaamde IFI). Deze belasting wordt niet gedekt door het dubbelbelastingverdrag. Bijgevolg mag Frankrijk het wereldwijd onroerend vermogen van een persoon die onder de Frans wetgeving als fiscaal inwoner wordt aanzien, in rekening brengen.
Belgische inwoners die een mandaat hebben in een Franse vennootschap, zoals directeur général (délégué), président of gérant, kunnen dus Franse vermogensbelasting verschuldigd zijn op hun wereldwijd onroerend vermogen. Dit is het geval wanneer het belastbaar onroerend vermogen meer dan 1,3 miljoen euro bedraagt.
→ Op vlak van vermogensbelasting kan de wetswijziging dus gevolgen hebben en dit vanaf 1 januari 2020.
Op het vlak van erfbelastingen hebben Frankrijk en België een dubbelbelastingverdrag afgesloten. De recente wetswijziging heeft dus geen impact op de verschuldigde erfbelastingen. Dit is echter niet het geval voor de schenkbelasting. De wetswijziging kan hier dus belangrijke gevolgen hebben. De Franse wetgeving bepaalt immers dat alle schenkingen door een inwoner van Frankrijk onderworpen zijn aan de Franse schenkbelastingen. De progressieve tarieven van de Franse schenkbelasting in rechte lijn, lopen op van 5% op de eerste 8.072 euro tot 45% op het deel boven 1.805.677 euro.
→ De wijziging voor schenkingen geldt vanaf 1 januari 2020.
Wilt u weten welke impact deze wetswijziging heeft op uw persoonlijke situatie? Neem dan contact op met een van onze specialisten via contact@vdl.be.
Febe Louage
Manager International febe.louage@vdl.be
Stephanie Vanmarcke
Team Manager International stephanie.vanmarcke@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.