/

/

laat raad van state oude technieken successieplanning herleven?

Tax & Legal
26 juni 2018

door Carolien Christiaens, Els Van Eenhooge en Mathieu Roelens

Laat Raad van State oude technieken successieplanning herleven?

De afgelopen jaren brachten wij u geregeld op de hoogte over de standpunten en ingrepen van de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) omtrent schenkingen en successieplanning. Een van deze standpunten werd recent vernietigd door de Raad van State. Op 12 juni 2018 oordeelde zij namelijk dat Vlabel de bestaande wetgeving niet strikt genoeg interpreteert. Maar wat hield dit standpunt precies in en wat zijn de concrete gevolgen van de vernietiging? Wij zetten het kort voor u op een rij.

Laat Raad van State oude technieken successieplanning herleven?

Standpunt 15004

Standpunt 15004 van Vlabel dateert van begin 2015, maar bevat door latere toevoegingen uiteindelijk drie verschillende elementen. De rode draad in deze verschillende elementen is het opleggen door Vlabel van een registratieverplichting voor schenkingen (en bijgevolg de betaling van de schenkbelasting). Vlabel baseert zich hiervoor op gesplitste aankopen van onroerend goed, aangevuld met gesplitste inschrijvingen van effecten of geldbeleggingen (vruchtgebruik & blote eigendom) en een apart luik voor maatschappen.

De verschillende elementen van dit standpunt ondermijnen echter bestaande technieken voor het plannen van uw successie. Het logische gevolg van de vernietiging door de Raad van State, is dan ook dat een aantal oude technieken in principe herleven.

Concrete gevolgen van de vernietiging

Gesplitste aankoop onroerend goed

Bij een gesplitste aankoop koopt de ene partij het vruchtgebruik en de andere partij de blote eigendom van een onroerend goed. Niet zelden zijn deze partijen respectievelijk ouders en kinderen. Om te vermijden dat het volledige onroerend goed gezien wordt als deel van de nalatenschap van de vruchtgebruiker (of ouder), moet de blote eigenaar (of kind) het deel met ‘eigen middelen’ kopen.

Meestal bezit de blote eigenaar deze ‘eigen middelen’ echter dankzij een voorafgaande schenking door de vruchtgebruiker. Als gevolg van een eerder standpunt van de Federale Administratie en later van Vlabel, moet een dergelijke schenking geregistreerd worden en moet er dus een schenkbelasting betaald worden. Zo niet, dan wordt deze schenking simpelweg aan de kant geschoven.

Door de vernietiging van het standpunt zou het voor inwoners van Vlaanderen opnieuw mogelijk zijn om met een bankgift te werken. Op die manier kunnen de ‘eigen middelen’ zonder schenkbelasting bij de blote eigenaar gebracht worden.

Gesplitste inschrijving effecten en geldbeleggingen

In 2016 breidde Vlabel de toepassing van haar standpunt uit. Dezelfde eisen werden opgelegd aan de opsplitsing vruchtgebruik en blote eigendom bij effecten en geldbeleggingen. Vroeger werd namelijk maar al te vaak naar een buitenlandse notaris gegaan om er bijvoorbeeld aandelen van een vennootschap te schenken en dat met voorbehoud van vruchtgebruik en zonder registratie in België. In 2016 werd deze route gesloten. Een dergelijke handeling in het buitenland moest vanaf dan altijd gevolgd worden door een registratie in België.

Door de vernietiging van het standpunt zou het, dankzij het ingrijpen van de Raad van State, opnieuw toegelaten zijn dat er geschonken wordt voor een buitenlandse notaris en dit met voorbehoud van vruchtgebruik en zonder registratie (en de daarbij horende belasting) in België.

De maatschap

Bovenstaande visie geldt ook voor de schenking van delen van een maatschap en dat met voorbehoud van vruchtgebruik. De maatschap werd door Vlabel apart behandeld. Los van de schenking van de delen van de maatschap zelf, werden ook de vruchten die de maatschap genereert, geviseerd. Er werd dan ook al snel geconcludeerd dat de vruchtgebruiker de vruchten best uitkeerde. Een latere incorporatie in het kapitaal van de maatschap bracht namelijk een erfbelasting op deze sommen met zich mee.

Door het ingrijpen van de Raad van State lijkt dus ook dit laatste aspect voorlopig van de baan. Vruchten die geïncorporeerd worden, zouden bij het overlijden van de vruchtgebruiker evengoed terechtkomen bij de blote eigenaar als voorheen.

En toch…

Een eerste kanttekening is dat de schenkende partij in elk van de bovenstaande verhalen wel nog steeds de zogenaamde ‘risicoperiode’ moet doorstaan. Die werd aangepast van zeven naar drie jaar. Wanneer dit niet het geval is, dan wordt hetgeen dat geschonken wordt alsnog belast alsof het deel uitmaakt van de nalatenschap.

Daarnaast is er ook enige voorzichtigheid geboden. Vlabel meldt ondertussen wel duidelijk dat het standpunt door de Raad van State werd vernietigd en meldt letterlijk: “De Vlaamse Belastingdienst zal bij toekomstig te behandelen dossiers het vernietigde standpunt niet langer toepassen”. Hoewel dit vanzelfsprekend is, werd dit echter nog niet letterlijk erkend en bevestigd. Er is natuurlijk nog altijd een mogelijkheid dat er vanuit wetgevende kant wordt ingegrepen. Zij kunnen Vlabel een nieuwe en wettelijke grond geven waarop zij haar standpunten kan steunen.

Het spreekt voor zich dat ieder dossier apart beoordeeld moet worden. Indien u vragen of opmerkingen zou hebben, aarzel zeker niet om met ons contact op te nemen via contact@vdl.be. Onze specialisten helpen u graag verder.

Deel dit artikel

Carolien Christiaens

Senior Manager Legal carolien.christiaens@vdl.be

Els Van Eenhooge

Mathieu Roelens

Team Manager Legal mathieu.roelens@vdl.be

Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.


Nieuws en inzichten

Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.