door Hannelore Durieu en Febe Louage
Belgen met een tweede verblijf in het buitenland worden op vandaag anders en veelal zwaarder belast dan Belgen met een tweede verblijf in eigen land. Door deze ongelijke behandeling schendt België één van de basisprincipes van de EU: het vrije verkeer van kapitaal. België werd hiervoor in het verleden al veroordeeld door het Europees Hof van Justitie. Tot op vandaag werd de interne wetgeving hieromtrent echter niet aangepast. Na een tweede recente veroordeling van het Hof van Justitie, dringt een aanpassing van de Belgische wetgeving zich op.
Hoewel België het inkomen van buitenlandse onroerende goederen niet mag belasten, moeten die wel in rekening worden gebracht voor de bepaling van het tarief dat mag worden toegepast op andere belastbare inkomsten. Omdat het belastbaar inkomen van een onroerend goed in het buitenland echter verschillend wordt vastgesteld, kan het zijn dat u in een hogere inkomensschijf in de personenbelasting terechtkomt. Dit kan er toe leiden dat u meer belastingen betaalt.
In haar vorige arrest focuste het Europees Hof van Justitie zich enkel op tweede verblijven die niet worden verhuurd. Naar aanleiding van deze eerste veroordeling werd echter geen wetswijziging doorgevoerd. De Belgische Administratie verspreidde wel een interne richtlijn die slechts voor een aantal landen een sluitende oplossing biedt.
Met haar recente uitspraak oordeelt het Hof van Justitie dat België destijds onvoldoende maatregelen heeft genomen om de ongelijke vaststelling van het belastbaar inkomen bij niet-verhuurde vakantiewoningen weg te werken. Daarnaast wordt België nu ook op de vingers getikt dat de Belgische wetgeving inzake verhuurde buitenlandse vakantiewoningen ook in strijd is met het vrije verkeer van kapitaal. Particulieren die hun buitenlandse vakantiewoning verhuren moeten namelijk het werkelijk ontvangen huurinkomen aangeven. Belgen met een binnenlandse vakantiewoning worden daarentegen belast op het geïndexeerd kadastraal inkomen verhoogd met veertig procent.
België zal in het licht van deze twee arresten zijn wetgeving moeten aanpassen. In afwachting hiervan kunnen eigenaars van niet-verhuurde buitenlandse vakantiewoningen zich baseren op de interne richtlijn uitgevaardigd door de Belgische Administratie. Eigenaars van verhuurde buitenlandse vakantiewoningen hoeven echter ook niet bij de pakken blijven zitten. Zij kunnen op basis van recente ontwikkelingen in de Belgische rechtspraak en de veroordeling door het Europees Hof, de vaststelling van het belastbaar inkomen van dit onroerend goed aanvechten.
Heeft u een buitenlandse vakantiewoning die u al dan niet verhuurt, neem dan zeker contact op met uw accountmanager of met onze specialisten via contact@vdl.be.
Hannelore Durieu
Partner International Tax - Certified Tax Advisor hannelore.durieu@vdl.be
Febe Louage
Manager International febe.louage@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.