door Eline Delerue
Het voordeel van alle aard voor gratis bewoning wordt berekend volgens een formule vastgelegd in artikel 18 § 3, 2 KB/WIB 1992. Dit artikel maakt een onderscheid tussen het feit of het onroerend goed ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijke persoon dan wel door een rechtspersoon. Hierdoor ontstaat er een verschil in het bedrag waarop de belastingplichtige wordt belast. Wanneer een belastingplichtige namelijk een onroerend goed ter beschikking krijgt van een rechtspersoon, bedraagt het bedrag van het voordeel van alle aard 3,8 keer zoveel als dat van een belastingplichtige die een onroerend goed met een zelfde KI heeft verkregen van een natuurlijke persoon.
Het Hof van Beroep van Gent heeft in het arrest van 24 mei 2016 geoordeeld dat er bij de berekening van het voordeel van alle aard sprake is van discriminatie. Aangezien de fiscus geen objectieve en redelijke verantwoording kon geven voor de reden dat er een onderscheid werd gemaakt in de berekening, oordeelde het Hof dat de wet indruist tegen het gelijkheidsbeginsel.
Recent kwam het Hof van Beroep van Antwerpen in haar arrest van 24 januari 2017 tot dezelfde conclusie, met name dat er geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat voor het onderscheid en dat er aldus strijdigheid is met het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel. De hogere waardering mag dus niet worden toegepast.
Voor de toepassing van deze uitspraken in uw dossier, kunt u steeds contact opnemen met uw relatiebeheerder of via contact@vdl.be.
Eline Delerue
Team Manager Tax - Certified Tax Advisor eline.delerue@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.