De uitbating van een drank- of eetgelegenheid door een vereniging valt in principe buiten het toepassingsgebied van de door deze vereniging toegepaste btw-vrijstelling. Hierdoor zou deze activiteit een verplichting tot btw-registratie met zich meebrengen. Er bestaat evenwel een tolerantie waarbij bepaalde verenigingen onder bepaalde voorwaarden ook deze inkomsten kunnen vrijstellen. De administratie heeft nu beslist om de voorwaarden van deze tolerantie te versoepelen.
De oorspronkelijke tolerantie was al van toepassing voor de volgende instellingen:
- Ziekenhuizen, psychiatrische inrichtingen, klinieken en dispensaria;
- Exploitanten van sportinrichtingen en inrichtingen voor lichamelijke opvoeding
- Musea, monumenten, natuurmonumenten, plantentuinen en dierentuinen
- Organisatoren van toneel-, ballet- of filmvoorstellingen, tentoonstellingen, concerten of conferenties
In de nieuwe regeling wordt de tolerantie ook van toepassing op instellingen die bejaarden- of gehandicaptenzorg tot doel hebben.
De bovenvermelde instellingen kunnen vanaf 2017 genieten van een btw-vrijstelling voor hun cafetaria indien aan volgende voorwaarden cumulatief voldaan is:
- De exploitatie van de drank- of eetgelegenheid moet gebeuren op dezelfde plaats waar de vrijgestelde handelingen worden verricht.
- De vrijgestelde handelingen moeten het grootste deel uitmaken van hun jaaromzet. De uitoefening van andere belaste activiteiten brengt dus niet meer de automatische btw-plicht met zich mee voor de cafetaria.
- De drank- of eetgelegenheden zijn enkel toegankelijk voor personen waarvoor de vrijgestelde diensten zijn bedoeld, hun bezoekers en het personeel van de inrichting. Deze voorwaarde kan men aantonen aan de hand van feitelijke elementen zoals het feit dat de cafetaria niet rechtstreeks toegankelijk is van buiten, deze enkel open is wanneer de instelling open is, etc.
- De ontvangsten uit de drank- en eetgelegenheid mogen niet meer bedragen dan 10% van de omzet van de vrijgestelde handelingen van de instelling. Deze drempel mag men een keer per vijf jaar overschrijden voor ten hoogste 1%.
- De aard van de maaltijden is van geen belang meer bij de nieuwe regeling. De vereiste van 'lichte maaltijden' komt dus te vervallen.
De nieuwe regeling is van toepassing vanaf 1 januari 2017. De hierbij vooropgestelde voorwaarden zal men toetsen op basis van de handelingen verricht in het kalenderjaar 2016 en de gerealiseerde omzet tijdens dat jaar. Ingeval aan één van de voorwaarden niet langer voldaan is, dan zal de vrijstelling niet meer geldig zijn vanaf het volgende kalenderjaar.
Jeugdhuizen worden uit deze tolerantie uitgesloten. Voor hen geldt namelijk een afzonderlijke bijzondere regeling waarbij de exploitatie van een drankgelegenheid vrij is van btw voor zover er geen maaltijden worden geserveerd en de omzet maximaal 80.000 EUR bedraagt.