door Dries Torreele
Sinds 1 mei 2016 is in de Europese Unie het nieuw communautair wetboek (UCC, Union Customs Code) van toepassing. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de douanewetgeving, maar heeft ook een impact op de btw. Wanneer u bijvoorbeeld goederen uitvoert uit de Europese Unie en gebruik wilt maken van de vrijstelling van de btw, heeft dit concrete gevolgen.
Artikel 1 (19) van de Gedelegeerde Verordening nr. 2015/2446 inzake douane stelt immers dat voortaan op het uitvoerdocument (aangifte ten uitvoer, EX-A) de uitvoerder de persoon moet zijn die rechtstreeks betrokken is bij het vervoer van de goederen buiten de EU. Het is deze persoon die moet worden vermeld in vak 2 van de aangifte ten uitvoer. Personen die gevestigd zijn buiten de EU kunnen bovendien nooit de hoedanigheid aannemen van uitvoerder inzake douane.
Om de vrijstelling voor uitvoer inzake btw te kunnen toepassen eist de btw-administratie echter dat de leverancier als uitvoerder wordt vermeld op de aangifte ten uitvoer. Is de leverancier dus niet de persoon die rechtstreeks betrokken is bij het vervoer van de goederen buiten de EU, dan mag deze conform het UCC niet worden vermeld in vak 2 van de aangifte en zou deze vervolgens niet kunnen gebruikt worden als bewijs van de vrijstelling inzake btw.
Voorbeeld
Een Belgische leverancier verkoopt goederen ex-works aan een Nederlandse klant die deze zelf komt ophalen in het magazijn en vervolgens exporteert naar China. In dit concrete geval moet volgens het UCC de Nederlandse klant in vak 2 van de aangifte ten uitvoer vermeld worden. Deze laatste is immers de persoon die beslist om de goederen uit te voeren naar China. Gevolg hiervan is dat de Belgische leverancier niet wordt vermeld als uitvoerder in vak 2 en dat deze aangifte niet gebruikt kan worden als bewijs voor de btw-vrijstelling.
Oplossing: btw-beslissing E.T. 129.169
Om de aangifte ten uitvoer niet als bewijsmiddel verloren te laten gaan voor de btw-vrijstelling wegens uitvoer, heeft de btw-administratie beslist dat de leverancier altijd vermeld moet worden met naam en btw-nummer in vak 44 van de aangifte ten uitvoer om de vrijstelling te kunnen toepassen.
In ons voorbeeld kan de Belgische leverancier dus toch nog de vrijstelling inzake btw toepassen. De Nederlandse klant moet dan wel vermeld worden in vak 2 van de aangifte (uitvoerder cf. het UCC) en de Belgische leverancier in vak 44 (uitvoerder cf. het btw-wetboek). In het geval dat de Belgische leverancier de goederen zelf zou exporteren naar China moet deze worden vermeld in zowel vak 2 als in vak 44. In casu is de uitvoer cf. het UCC en de uitvoerder inzake btw dan dezelfde persoon, met name de Belgische leverancier.
Wenst u meer te weten over grensoverschrijdende btw-transacties? Contacteer dan één van onze specialisten via contact@vdl.be.
Dries Torreele
Certified Tax Advisor dries.torreele@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.