Fusies en overnames
21 februari 2025

door Chris Van hoorde

OPINIE | Meerwaardebelasting: wie betaalt de échte prijs bij overnames?

Een tot op heden nauwelijks besproken kwestie is het effect van de meerwaardebelasting op de prijsvorming bij de overdracht van een onderneming. De discussie rond deze belasting is nog in volle gang. Er verschijnen tal van opiniestukken, maar inhoudelijk voegen ze weinig toe aan de beperkte duidelijkheid van het regeerakkoord zelf. Want eerlijk gezegd: er is sprake van ‘méér-waarde-taxatie’, maar op wat precies? Voorlopig blijft dit onduidelijk.

Interessanter is misschien om stil te staan bij het mogelijke effect van een toekomstige meerwaardetaks op de prijsvorming bij de overdracht van een onderneming. Herinner je je het principe van prijselasticiteit nog? Als je de prijs van jouw product met 10% doet stijgen en dit leidt tot een daling van de verkoop met 2%, is dit alsnog winstgevend. Dit patroon herhaalt zich totdat de curve en het eindresultaat negatief worden. Maar geldt dit principe ook voor de prijsvorming bij de verkoop van een onderneming?

Waarschijnlijk niet. De prijs van een onderneming wordt immers niet uitsluitend bepaald, en gelukkig maar, door fiscale regels. De waardering van een bedrijf is een complexe oefening waarin tal van kwalitatieve en kwantitatieve factoren een rol spelen. Denk aan de rentevoeten, de micro- en macro-economische omstandigheden, de kwaliteit van het management, de ‘quality of earnings’, de sector, de omvang van het bedrijf, de USP van haar producten of productieproces, en ga zo maar door.

Daar komt bij dat de overheid de facto een belastingmonopolist is. Een belastingplichtige kan niet kiezen onder welk regime hij of zij belast wordt, noch welke publieke diensten daar tegenover staan.

Een relevante vraag is daarom of de ‘prijs’ van een onderneming zal stijgen om de impact van de belasting (deels) te compenseren. Ook hier is het antwoord waarschijnlijk negatief. Zoals eerder vermeld, worden de drijfveren van prijsvorming beïnvloed door een complexe mix van factoren die verder gaan dan louter de fiscaliteit bij verkoop.

We moeten er dan ook voor vrezen dat een meerwaardebelasting eenzijdig gedragen zal worden door de verkopende aandeelhouder of ondernemer onder de vorm van een lager nettobedrag op de rekening.

Zal dit de activiteiten in fusies en overnames (M&A) afremmen? Ook hier lijkt het antwoord negatief te zijn. Er is immers ruime internationale ervaring beschikbaar. België is, naast Zwitserland, een van de laatste landen waar meerwaarden op aandelen tot voor kort vrijgesteld waren. Uit statistieken blijkt bovendien dat de M&A-activiteit in de omringende landen, waar dergelijke belastingen al langer bestaan, niet lager ligt — integendeel.

Daarom kunnen we concluderen dat meerwaardebelasting, in welke definitieve vorm dan ook, een bijna onvermijdelijke belasting is. Zeker in een internationale context was dit al langer te verwachten. Dit mag echter het ondernemerschap niet ontmoedigen. Ondernemerschap is immers niet te herleiden tot alleen een som geld op de rekening, zelfs als die som in de toekomst wellicht wat lager zal uitvallen.

Misschien kunnen we er dan op rekenen dat ondernemers, in ruil voor deze nieuwe belasting, het respect krijgen dat ze daadwerkelijk verdienen?