door Lieven Goossens
Recente wetswijzigingen in België hebben het juridisch statuut van bestuurders van verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) aanzienlijk beïnvloed. Dit zijn de belangrijkste aspecten van die veranderingen.
Er is veel meer duidelijkheid over de exacte rollen en verantwoordelijkheden van bestuurders. Zij moeten hun taken uitvoeren met de zorg van een normaal voorzichtige en zorgvuldige bestuurder, binnen de grenzen van de wet en de statuten van de vzw, en met het belang van de vereniging voorop. Indien dat niet gebeurt en bestuurders nalatig zouden zijn, kunnen zij aansprakelijk gesteld worden voor hun acties. Die principes rond bestuurlijke verantwoordelijkheden bestonden voorheen ook al in de rechtspraak en rechtsleer rond vzw’s, maar op vandaag is er veel meer duidelijkheid door de expliciete vermelding van de regels in de wetgeving. Dat zorgt voor meer rechtszekerheid, maar ook voor verduidelijking omtrent de aansprakelijkheid van de bestuurders.
Bestuurders van een vzw kunnen dus burgerrechtelijk én strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit nalatigheid of foutief handelen tijdens hun bestuur. Een adequate bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering is daarom cruciaal geworden.
De wetgeving biedt meer flexibiliteit in de organisatie van bestuursorganen binnen een vzw. Zo is het nu mogelijk om een directiecomité in te stellen of bestuurders met specifieke bevoegdheden te benoemen, waardoor de bestuurlijke structuur beter kan worden afgestemd op de behoeften van de vzw.
Bestuurders zijn verplicht om een jaarlijks activiteitenverslag op te stellen en het samen met de jaarrekening en balans te publiceren. Dat bevordert de transparantie naar leden en het publiek en zorgt voor duidelijke communicatie over de financiële en operationele status van de vzw.
Indien expliciet opgenomen in de statuten en gerechtvaardigd in het licht van de doelstellingen van de vzw, is het mogelijk om bestuurders een redelijke vergoeding toe te kennen voor hun werkzaamheden. Als bestuurders niet worden bezoldigd, kan het bestuursorgaan vrijwilligersvergoedingen toekennen. Als alle bestuurders een dergelijke vergoeding willen, dan heeft de algemene vergadering het beslissingsrecht. Als bestuurders wel worden bezoldigd, dan is het ook de algemene vergadering die beslist over de bezoldiging. In alle gevallen moet die marktconform zijn en moet er een fiche 281.30 worden opgemaakt.
Voor specifieke opdrachten buiten het bestuursmandaat kan ook een vergoeding worden ontvangen, waarbij het bestuursorgaan beslist, maar de betreffende bestuurder niet over zijn eigen opdracht mag beslissen.
Om dit formulier te kunnen versturen moet u het gebruik van technische cookies aanvaarden. Dat kan u hier aanpassen.
Deze cookies worden gebruikt om onderscheid te maken tussen mensen en bots. Bepaalde gegevens, zoals uw IP adres of taal, kunnen hierbij doorgestuurd worden naar Google. Meer info vindt u in onze cookieverklaring.
Lieven Goossens
Team Manager Social Legal lieven.goossens@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.