door Dries Torreele en Bert Vandorpe
Sinds 1 juli 2021 is de nieuwe One Stop Shop (OSS), de opvolger van en uitbreiding van de Mini One Stop Shop (MOSS), in werking getreden. Zoals aangegeven in een voorgaand artikel stelt deze module u in staat om de btw op transacties met buitenlandse particulieren in het correcte land af te dragen en dit zonder btw-registratie in dat land.
Dit geldt dus voor ondernemingen die voorraad hebben in België en dit versturen naar particuliere kopers in andere EU-landen (verkopen op afstand). Vóór 1 juli 2021 konden die ondernemers de goederen verkopen met Belgische btw indien een specifieke drempel eigen aan elk land niet werd overschreden (bv. 35.000 EUR voor Frankrijk). Eens men voor een land boven die drempel zat was de Belgische onderneming ertoe gehouden zich te registreren in dat land (bv. Frankrijk) en vervolgens Franse btw aan te rekenen voor die verkopen op afstand van België naar Frankrijk.
Praktisch had dit als consequentie dat de omzet in Frankrijk aangegeven moest worden in een btw-aangifte en dat ook Franse btw verschuldigd was door de Belgische onderneming. De Belgische onderneming had dus niet enkel een btw-schuld jegens de Belgische administratie, maar ook jegens de Franse administratie. Deze omzet moest tevens niet alleen aangegeven worden in de Franse btw-aangifte, maar ook in rooster 47 van de Belgische periodieke btw-aangifte.
Sinds 1 juli 2021 is de specifieke drempel per land verdwenen en is men per definitie verplicht buitenlandse btw aan te rekenen indien een globale drempel van 10.000 EUR voor verkopen aan particulieren in alle EU-landen samen wordt overschreden. Deze lage drempel heeft tot gevolg dat veel meer ondernemingen plots geconfronteerd zouden worden met buitenlandse btw-registraties en om die reden werd het OSS-systeem geïntroduceerd.
Praktisch heeft dit als consequentie in ons voorbeeld van Frankrijk dat de omzet niet in Frankrijk aangegeven moest worden in een btw-aangifte doch wel blijft er Franse btw verschuldigd door de Belgische onderneming. De Belgische onderneming heeft dus nog steeds niet enkel een btw-schuld jegens de Belgische administratie, maar ook jegens de Franse administratie. Deze Franse omzet moet aangegeven worden in België via een OSS-aangifte, maar ook in rooster 47 van de Belgische periodieke btw-aangifte.
Daarnaast stelt de OSS-aangifte u als ondernemer ook in staat om de buitenlandse btw op sommige diensten verstrekt aan particulieren aan te geven.
Voor btw-doeleinden vinden B2C-diensten normaal plaats in het land waar de dienstverrichter gevestigd is. D.w.z. dat een Belgische dienstverlener standaard Belgische btw moet aanrekenen voor geleverde diensten aan particulieren.
Daar bestaan echter een aantal uitzonderingen op:
Bij de zogenaamde TBE-diensten verricht aan particulieren in het buitenland is het na 1 juli 2021 nog steeds zo dat er pas buitenlandse btw verschuldigd is wanneer men de drempel van 10.000,00 EUR omzet van TBE-diensten (samen met de omzet voor verkopen op afstand) overschrijdt of wanneer men er zelf voor kiest om buitenlandse btw toe te passen.
Bij de alle overige diensten is men vanaf de eerste euro omzet btw verschuldigd in het land waar de B2C-dienst wordt gelokaliseerd.
De One Stop Shop-registratie stelt u dus makkelijk in staat om bv. met uw foodtruck of cateringservice naar het buitenland te kunnen gaan om diensten af te leveren en vervolgens de btw in het correcte land af te dragen.
Ook de dienstverrichter die een werk in onroerende staat verricht aan een particulier in het buitenland kan kiezen voor de OSS-aangifte.
De Belgische onderneming heeft dus nog steeds niet enkel een btw-schuld jegens de Belgische administratie, maar ook jegens de buitenlandse administratie. Deze buitenlandse omzet moet aangegeven worden in België via een OSS-aangifte, maar ook in rooster 47 van de Belgische periodieke btw-aangifte.
Het is echter niet steeds zo dat de One Stop Shop een vereenvoudigingsmaatregel is. Zeker als men zich niet enkel richt tot particulieren, maar ook naar ondernemingen in andere EU-landen.
Levert men bijvoorbeeld cateringdiensten of een werk in onroerende staat aan ondernemingen in Luxemburg, dan dient men hiervoor toch een btw-nummer aan te vragen. De Belgische onderneming moet immers op de cateringdiensten en werken in onroerende staat aan een Luxemburgse onderneming Luxemburgse btw aanrekenen, doch kan hierbij geen beroep doen op de OSS-aangifte, deze geldt immers enkel voor leveringen en diensten aan particulieren.
In die zin kan het dan aangewezen zijn ook de omzet aan Luxemburgse particulieren op te nemen in de periodieke Luxemburgse aangifte, zoniet moet men voor de Luxemburgse omzet zowel een OSS-aangifte indienen (omzet aan particulieren) als een Luxemburgse aangifte (omzet aan ondernemingen).
Indien u als Belgische onderneming aan de voorwaarden voldoet om van de OSS-regeling gebruik te maken, moet een digitale registratieaanvraag worden ingediend.
De OSS-aangiften worden per kwartaal ingediend en dit uiterlijk vóór het einde van de maand die volgt op het kwartaal. De eerste aangifte moet aldus worden ingediend tegen 31 oktober 2021. Belangrijk is nog dat voor de bepaling van de drempel van 10.000 EUR voor verkopen op afstand en TBE-diensten géén rekening gehouden moet worden met de omzet die werd gerealiseerd van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.
Heeft u vragen over deze nieuwe de OSS-aangifte voor B2C diensten en B2C verkopen op afstand of wil u een analyse van uw concrete casus? Neem dan zeker contact op met een van onze experten via contact@vdl.be.
Dries Torreele
Certified Tax Advisor dries.torreele@vdl.be
Bert Vandorpe
Senior Advisor Tax bert.vandorpe@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.