door Willem De Bock
De meest in het oog springende maatregel uit het zomerakkoord is de hervorming van de vennootschapsbelasting. Daarnaast werden een reeks bepalingen overeengekomen die invloed hebben op de aanvullende pensioenopbouw voor zelfstandigen.
Het basistarief in de vennootschapsbelasting daalt vanaf 2018 van 33,99% naar 29,58%, vanaf 2020 is er een verdere daling voorzien naar 25%. Voor kmo's zakt het tarief onder voorwaarden naar 20,40% (20% vanaf 2020) op de eerste schijf van 100.000 euro winst. Op het deel winst boven 100.000 euro geldt het basistarief.
Voor kmo's was in het verleden ook reeds een verlaagd vennootschapstarief van toepassing: 24,98% op een eerste schijf van 25.000 euro, 31,93% op de schijf van 25.000 euro tot 90.000 euro en 35,54% op de winst van 90.000 euro tot 322.500 euro. Bij een hogere winst gold het basistarief in de vennootschapsbelasting.
Dit betekent dat ook het belastingvoordeel van een storting in IPT mee daalt. Vooral voor kmo's kan het verschil groot zijn. Hieronder geven we het belastingvoordeel mee voor een premie van 10.000 euro. Het fiscaal voordeel hangt hierbij af van de hoogte van de winst en van het aanslagjaar. (zie schema in bijlage)
Vooral in de schijf winst tussen 25.000 euro en 90.000 euro is het verschil behoorlijk groot. Dit neemt niet weg dat de IPT nog steeds fiscaal zeer gunstig blijft, alleen wordt het verschil met de uitkering van een dividend iets kleiner.
De verlaagde tarieven gaan in vanaf aanslagjaar 2019. Dat betekent dat indien uw boekjaar afsluit vóór 31/12/2018, de oude tarieven nog een laatste keer gelden. Bijgevolg kan het voor die vennootschappen extra interessant zijn om nog een backservice te storten voor de afsluiting van het lopende boekjaar.
Om van het verlaagd tarief te kunnen genieten, gelden een aantal voorwaarden. Tot 2017 diende minstens één bedrijfsleider een jaarlijkse bezoldiging te krijgen van minimaal 36.000 euro. Vanaf 2018 wordt deze minimale bezoldigingseis opgetrokken naar 45.000 euro. Voor de bedrijfsleiders die hun bezoldiging noodgedwongen optrekken, krijgt de 80%-grens op die manier een boost. Bij een volledige carrière kan het op te bouwen kapitaal met bijna de helft stijgen.
De verplichte verhoging van de bezoldiging heeft een behoorlijk grote impact op de sociale bijdragen en personenbelasting. De verhoogde aftrek in IPT kan de bittere pil enigszins helpen verzachten.
Op hoge stortingen in uw IPT is een bijzondere sociale zekerheidsbijdrage verschuldigd. Deze zogenaamde Wijninckx-bijdrage wordt geheven op het deel van de stortingen bovenop een eerste schijf van 30.000 euro geïndexeerd. De regering heeft deze bijdrage verdubbeld van 1,50% naar 3%.
Voor hoge stortingen wordt het belastingvoordeel dus verder afgeroomd. Het kan dan ook aangewezen zijn om uw backservice zo te plannen dat u de grens voor de Wijninckx-bijdrage niet overschrijdt.
De vraag stelt zich of er na de besproken maatregelen fiscaal gunstiger wegen bestaan om pensioenkapitaal op te bouwen. Een vennootschapsbelasting van 20% in combinatie met de aanleg van een liquidatiereserve aan 10% lijkt op het eerste gezicht een aanlokkelijk alternatief.
Een winst van 100 euro genereert op die manier 72,72 euro netto kapitaal. Dit in de veronderstelling dat deze winst het laagste tarief in de vennootschapsbelasting voor kmo's geniet en dat de vennootschap ook geliquideerd wordt bij pensionering, wat niet steeds mogelijk is.
Indien de bedrijfsleider actief blijft tot de wettelijke pensioendatum zal er van diezelfde 100 euro winst een nettokapitaal uitgekeerd worden van 79,71 euro of ongeveer 10% meer. Een bijkomend voordeel van de storting in IPT is dat het kapitaal in tussentijd kan aangewend worden voor de financiering van privé vastgoed.
Vanaf 2018 kan een zelfstandige zonder vennootschap aan extra pensioenopbouw doen via de 'pensioenovereenkomst voor zelfstandigen', kortweg POZ. Hieraan wordt een belastingvoordeel gekoppeld van 30% zoals op het pensioensparen en het langetermijnsparen. De eindbelasting is echter hoger waardoor pensioenopbouw via VAPZ, pensioensparen en langetermijnsparen gunstiger blijven. Niettemin biedt dit aanvullend de mogelijkheid voor zelfstandigen zonder vennootschap om op een fiscaalvriendelijke manier extra pensioen op te bouwen.
Willem De Bock
Business Manager Risk Management willem.debock@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.