Facultatief stelsel onroerende verhuur met btw

In het kader van de begrotingscontrole heeft de federale regering beslist een optionele btw-heffing op onroerende verhuur in te voeren. Bij de originele ontwerpteksten van het Zomerakkoord lag deze maatregel ook al eens op tafel, maar er werd gevreesd voor een te hoge budgettaire impact, waardoor de invoering ervan toen alsnog werd geblokkeerd.

Dat deze maatregel nu toch wordt ingevoerd, komt als een aangename verrassing voor de Belgische vastgoedsector. Zij kampten immers al jaren met een concurrentiële handicap t.o.v. onze buurlanden, waar het al langer mogelijk is om btw te recupereren op de verhuur van een onroerend goed.

De maatregel zal enkel van toepassing zijn op gebouwen die opgericht of fundamenteel vernieuwd worden vanaf 1 oktober 2018. Ook moet het gebouw verhuurd worden aan belastingplichtigen die het gebouw zelf gebruiken voor een aan een btw-onderworpen activiteit. Op de onroerende verhuur aan belastingplichtigen die het gebouw privé gebruiken zal dit regime dus niet van toepassing zijn.

Ook zullen zowel de huurder als verhuurder moeten opteren voor het stelsel. Indien hiervoor geopteerd wordt zal de herzieningstermijn voor het verhuurde gebouw 25 jaar bedragen en wordt dus afgeweken van de gebruikelijke herzieningstermijn van 15 jaar voor onroerende goederen.

De regering voorziet ook in een verplichte btw-heffing op onroerende verhuur die niet langer duurt dan zes maanden. Hier zal de hoedanigheid van de huurder geen belang uitmaken. De verhuur van beurs- en seminarieruimten zal dus in principe steeds aan btw onderworpen worden.

De definitieve wetteksten van dit nieuwe systeem zijn nog niet beschikbaar. Vandelanotte volgt deze ontwikkelingen echter voor u op de voet. Mocht u ondertussen reeds vragen hebben over de concrete impact van deze nieuwe maatregel op uw toekomstige vastgoedprojecten, aarzel dan niet om één van onze specialisten te contacteren via contact@vdl.be