door Karlien Van Melkebeek en Ivan Maes
De afgelopen maanden was er opnieuw heel wat beweging rond de regeling van Nederlandse pensioenen voor Nederbelgen. Zo nam de Belgische fiscus eindelijk een standpunt in over de fiscale behandeling van korting die in Nederland wordt gegeven bij de afkoop van Nederlandse pensioenen in eigen beheer. Daarnaast is er echter ook heel wat commotie over de algemene intrekking door de Nederlandse belastingdienst van de verklaring van vrijstelling voor loonheffing op lijfrenten en pensioenen. Onze specialisten namen het onder de loep.
In Nederland bestond tot voor kort de mogelijkheid om een pensioen in eigen beheer op te bouwen. Dit hield in dat er binnen de eigen Nederlandse besloten vennootschap een pensioenpot werd gevormd. De bv zou hierin dan zelf als miniverzekeringsmaatschappij fungeren. Op 1 april 2017 publiceerde Nederland echter een wet over de uitfasering van pensioenen in eigen beheer. Hierdoor is de opbouw van pensioen in eigen beheer in Nederland vanaf 1 juli 2017 niet langer mogelijk.
Voor de opgebouwde pensioenen die al in eigen beheer werden opgebouwd, voorziet de Nederlandse wetgever drie opties:
Het was een tijdje onduidelijk hoe de Belgische fiscus zou omgaan met de eerste mogelijkheid, namelijk het afkopen van pensioenen. Bij de afkoop van het pensioen in eigen beheer wordt door de Nederlandse fiscus namelijk een korting op de belastbare grondslag gegeven van 34,5 procent in 2017, 25 procent in 2018 en 19,5 procent in 2019. Dit betekent dat er bij een afkoop in 2018 slechts 75 procent van het kapitaal in aanmerking wordt genomen voor belastingheffing in Nederland. 25 procent wordt daarentegen vrijgesteld van belasting.
Op 22 december 2017 bracht de Belgische fiscus echter een circulaire uit waarin duidelijk wordt hoe deze kapitalen in België behandeld zullen worden. Er moet hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen:
Het toepasselijke tarief in België is afhankelijk van het feit of de directeur-grootaandeelhouder al dan niet actief is op het ogenblik van de toekenning of betaalbaarstelling:
De korting die door de Nederlandse wetgever voorzien is voor Nederbelgen zal bijgevolg teniet gedaan worden, omdat de korting alsnog in België belast zal worden.
Over de omzetting van een pensioen in eigen beheer naar een oudedagsverplichting heeft de Belgische fiscus nog geen standpunt ingenomen. Hiervoor zal een addendum aan de voormelde circulaire opgemaakt worden.
Wanneer u als Nederbelg in België woont, maar een aanvullend pensioen van Nederlandse bron ontvangt, is België op grond van artikel 18, §1 van het Belgisch-Nederlands belastingverdrag principieel heffingsbevoegd. Een dergelijk pensioen wordt in België progressief belast, tenzij kan worden aangetoond dat de opbouw in het individueel en definitief verworven voordeel is gebeurd. In dat geval kunnen de pensioenen, opgebouwd tot 2004, niet meer als uitgesteld bedrijfsinkomen belast worden. Voor dit pensioen wordt 3 procent van het prijsgegeven kapitaal afzonderlijk belast aan 30 procent.
Op grond van artikel 18, §2 van het Belgisch-Nederlands belastingverdrag kan Nederland deze pensioenen als bronstaat ook belasten, indien en voor zover voldaan is aan de volgende drie voorwaarden:
Tot voor kort had u als Nederbelg de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor de vrijstelling van loonheffing door Nederland. Op die manier kon u vermijden dat Nederland belasting zou heffen wanneer u voldeed aan bovenstaande voorwaarden. Nederland stuurde op 19 december 2017 echter een brief naar zo'n 4.000 Nederbelgen waarin aangekondigd werd dat de verklaring over vrijstelling voor inhouding van loonheffingen per 1 januari 2018 wordt ingetrokken wanneer de jaarlijkse uitkeringen meer dan 25.000 euro bedragen. De Nederlandse belastingdienst gaf hiervoor volgende reden aan:
"U ontvangt een pensioen van meer dan 25.000,00 euro in totaal op jaarbasis. De vrijstelling in Nederland is afhankelijk van de wijze waarop België belasting heft. Van lijfrente was reeds bekend dat België deze inkomsten niet conform de voorwaarden in het belastingverdrag in de heffing betrekt. Op grond van de Belgische jurisprudentie geldt dat nu ook voor een uit Nederland afkomstig pensioen. U ontvangt om die reden niet langer vrijstelling inhouding loonheffing omdat uw pensioen en/of uw lijfrente meer dan 25.000,00 euro bedraagt."
De Belgische belastingdienst is niet te spreken over het initiatief van de Nederlandse belastingdienst. Op die manier zou ze zomaar kunnen beslissen tot inhouding van loonheffing bij de betaling van Nederlands aanvullend pensioen aan een Belgische rijksinwoner.
Wanneer u deze brief heeft ontvangen, dan raden wij u aan om na te gaan of de drie voorwaarden wel degelijk voldaan zijn. Nederland kan namelijk enkel heffingsbevoegd zou zijn wanneer aan deze voorwaarden voldaan is. Als aan één van de voorwaarden niet is voldaan, kan bezwaar ingediend worden tegen de inhouding van de loonheffing. Als er toch aan de drie voorwaarden voldaan is, kan Nederland loonheffing inhouden. Voor de Belgische rijksinwoners dreigt hierdoor een dubbele belasting op deze Nederlandse aanvullende pensioenen. Aangezien er grote onduidelijkheid heerst over welke lidstaat in zo'n geval vrijstelling dient te verlenen, dringt een wijziging van het pensioenartikel in het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag zich op. Het is af te wachten hoe de lidstaten hiermee zullen omgaan.
Hebt u zelf een brief ontvangen of hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan zeker contact op met een van onze specialisten via contact@vdl.be.
Karlien Van Melkebeek
Senior Advisor International karlien.vanmelkebeek@vdl.be
Ivan Maes
Certified Tax Advisor ivan.maes@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.