door Els Van Eenhooge
De effectentaks trad op 10 maart 2018, na enkele kritieken van de Raad van State en een politiek kat-en-muisspel, dan toch in werking. Welke impact heeft deze taks op u als belegger?
Enkele weken geleden berichtten we u al over de krijtlijnen van de zogenaamde taks op effectenrekeningen of effectentaks, een veelbesproken maatregel uit het zomerakkoord. De inwerkingtreding van deze nieuwe maatregel was oorspronkelijk voorzien op 1 januari 2018. Door enkele kritieken van de Raad van State en een politiek kat-en-muisspel, werd de goedkeuring van de maatregel echter uitgesteld.
Uiteindelijk is het dan toch zo ver: de effectentaks trad op 10 maart 2018 in werking. Welke impact heeft deze taks op u als belegger?
De effectentaks is van toepassing op iedere natuurlijke persoon met één of meerdere effectenrekeningen met een totale belastbare waarde van 500.000 euro of meer. Voor Belgische rijksinwoners wordt hierbij rekening gehouden met zowel Belgische als buitenlandse effectenrekeningen. Niet-inwoners kunnen ook onder het toepassingsgebied vallen als zij in België een effectenrekening hebben.
Het tarief van de effectentaks bedraagt 0,15%. Dit belastingtarief wordt toegepast op de gemiddelde belastbare waarde. Bij overschrijding van het drempelbedrag van 500.000 euro wordt de taks dus verschuldigd op de volledige waarde. Dit komt neer op een minimale belasting van 750 euro.
Een belangrijke kanttekening hierbij is dat er gekeken wordt naar het aandeel van iedere titularis in de effectenrekening. Als bijvoorbeeld beide echtgenoten titularis zijn van een effectenrekening met een waarde van 600.000 euro, wordt elke echtgenoot geacht een aandeel van slechts 300.000 euro te bezitten. In dat geval ontsnappen beide partners aan de taks.
Zoals uiteengezet in onze vorige bijdrage, zal de toetsing van het drempelbedrag gebeuren over een referentieperiode van 12 opeenvolgende maanden, die jaarlijks aanvangt op 1 oktober en eindigt op 30 september. Per uitzondering zal in 2018 een kortere referentieperiode gehanteerd worden, die loopt van 10 maart 2018 tot 30 september 2018. Voor de berekening van de gemiddelde waarde tijdens deze periode wordt er vervolgens rekening gehouden met enkele specifieke referentietijdstippen.
In principe zal uw bank automatisch de taks inhouden en doorstorten. Als u echter meerdere effectenrekeningen aanhoudt bij verschillende banken, dan kan uw bank niet oordelen dat u (gezamenlijk genomen) de drempelwaarde overschreden heeft. In dergelijk geval zal de bank de taks niet spontaan inhouden maar kan u er wel expliciet voor opteren dat zij dit voor u doet. Op die manier staat u immers niet zelf in voor de formaliteiten van de effectentaks. Opgelet: als u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, moet u dit doorgeven op uiterlijk de laatste dag van de tweede maand na het einde van de referentieperiode (in principe tegen 30 november, maar eerder in geval van bv. een wijziging m.b.t. de effectenrekening).
Heeft u echter niet geopteerd voor deze vrijwillige inhouding, of kan u als titularis van een buitenlandse effectenrekening niet aantonen dat de taks reeds werd ingehouden, dan zal u zelf moeten overgaan tot de indiening van een aangifte en de betaling van de taks. Als u dat wenst verlenen wij u uiteraard graag bijstand bij het vervullen van deze formaliteiten.
Denkt u dat u met uw effectenrekening(en) onder deze wetgeving valt, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw relatiebeheerder of met één van onze specialisten via contact@vdl.be
Els Van Eenhooge
Partner Tax els.vaneenhooge@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.