door Dries Torreele en Hannelore Durieu
Vandelanotte International wordt door heel wat buitenlandse ondernemingen gecontacteerd wanneer zij voor het eerst handelingen verrichten in België en hierdoor in aanraking komen met de Belgische btw. Het valt op dat heel wat ondernemingen met dezelfde vragen zitten. Via deze korte nieuwsreeks geven wij u graag een antwoord op de vijf meest gestelde vragen.
Deze week: voorfinanciering van btw vermijden
Vraag: Wij zijn een buitenlandse onderneming met een Belgisch btw-nummer actief in de verkoop van goederen. We importeren goederen van buiten de E.U. in België om deze vervolgens aan Belgische en Europese ondernemingen te verkopen. Hoe kunnen we de voorfinanciering van de Belgische btw vermijden?
Antwoord: Wanneer een buitenlandse onderneming (die in België geregistreerd is voor btw-doeleinden) goederen importeert van buiten de E.U., is er in principe Belgische btw verschuldigd bij het in vrij verkeer brengen van deze goederen in België. Deze btw moet bij invoer onmiddellijk aan de douaneautoriteiten worden betaald. Vervolgens kan deze btw in aftrek worden genomen bij de eerstvolgende btw-aangifte. Dit leidt steeds tot voorfinanciering van btw en kan een zware financiële last voor de onderneming betekenen.
Om de voorfinanciering te vermijden, kan de onderneming een E.T. 14.000 vergunning aanvragen. Deze vergunning zorgt ervoor dat er geen btw op invoer moet worden betaald op het moment van invoer. De btw mag dan verlegd worden naar de eerstvolgende btw-aangifte. Omdat deze btw in principe meteen aftrekbaar is, betreft dit een neutrale operatie.
Wanneer de goederen na invoer in België worden doorverkocht aan een onderneming in een ander land binnen de E.U., dan spreken we over een intracommunautaire levering die vrijgesteld is van btw. Op een dergelijke transactie moet dus per definitie geen btw worden voorgefinancierd.
Wanneer de goederen na invoer in België worden doorverkocht aan een Belgische onderneming, dan spreken we over een interne Belgische levering die onderworpen is aan Belgische btw. Normaal gezien zou dan 21% btw aangerekend moeten worden aan de klant. Dit kan leiden tot voorfinanciering van btw wanneer de klant de factuur later betaalt dan het moment waarop de btw moet worden doorgestort naar de Belgische btw-administratie. Dit is echter niet het geval wanneer de levering gebeurt aan een in België gevestigde onderneming die zelf periodieke btw-aangiften indient en wanneer de leverancier zelf niet gevestigd is in België. In dat geval is de btw verschuldigd door de medecontractant en moet een factuur worden opgesteld met "btw verlegd" in plaats van met Belgische btw. Op een dergelijke transactie moet dus per definitie ook geen btw worden voorgefinancierd.
Wenst u meer informatie over dit topic of over andere btw-issues? Neem dan contact op met één van onze btw-specialisten via contact@vdl.be.
Dries Torreele
Certified Tax Advisor dries.torreele@vdl.be
Hannelore Durieu
Partner International Tax - Certified Tax Advisor hannelore.durieu@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.