/

/

de vlaamse taalwetgeving begrenst grensoverschrijdend ondernemerschap: het europees hof van justitie (ver)oordeelt

25 november 2016

door Mathieu Roelens

De Vlaamse taalwetgeving begrenst grensoverschrijdend ondernemerschap: het Europees Hof van Justitie (ver)oordeelt

Dat er een moeilijke verhouding bestaat tussen die dwingende taalwetgeving en internationale commerciële betrekkingen, kan niet worden betwist. Facturen die in een andere taal worden opgesteld, zijn in principe absoluut nietig en dus niet rechtsgeldi

In ons landje met drie gemeenschappen, drie gewesten en drie taalgebieden is taal altijd een gevoelig thema geweest. Elke taalgroep probeert de eigen taal te beschermen door middel van een taalwetgeving, die het gebruik van een taal voor bepaalde handelingen aanmoedigt of zelfs verplicht.

Dat er een moeilijke verhouding bestaat tussen die dwingende taalwetgeving en internationale commerciële betrekkingen, kan niet worden betwist. Enerzijds bent u als ondernemer verplicht uw facturen op te stellen in de taal van het gebied waarin de exploitatiezetel van uw onderneming ligt. Facturen die in een andere taal worden opgesteld, zijn in principe absoluut nietig en dus niet rechtsgeldig. Anderzijds wilt u uiteraard, als klantvriendelijke ondernemer, de taal van uw facturen aanpassen aan de bestemmeling en botst u daarbij op een strenge taalwetgeving.

Het Europees Hof van Justitie schaart zich achter ondernemers


Als klantvriendelijke ondernemer wordt u vanaf nu echter gesteund door het Europese Hof van Justitie, dat op 21 juni 2016 een arrest heeft geveld waaruit blijkt dat ook zij het niet eens is met de strenge Vlaamse taalwetgeving.

De zaak betrof een in België (Evergem) gevestigde vennootschap naar Belgisch recht en een in Italië (Milaan) gevestigde vennootschap naar Italiaans recht. De Belgische vennootschap stelde daarbij haar facturen grotendeels in het Italiaans op.

Beide partijen zijn uiteindelijk gestrand voor de Gentse rechtbank van koophandel, waarbij de Italiaanse vennootschap de nietigheid van de facturen opwierp wegens strijdigheid met de taalwetgeving. De Belgische vennootschap verdedigde zich door te stellen dat de huidige strenge taalwetgeving indruist tegen de Europeesrechtelijke bepalingen inzake het vrij verkeer van goederen.

Uiteindelijk kwam de zaak tot bij het Europees Hof van Justitie, die de redenering volgde van de Belgische vennootschap en uitdrukkelijk stelde dat de huidige strenge taalwetgeving indruist tegen het Europees principe van vrij verkeer van goederen.

En nu?


Nu het Europees Hof van Justitie een nieuwe regel heeft gesteld, zullen Belgische rechtbanken die geconfronteerd worden met anderstalige facturen naar alle waarschijnlijkheid de rechtsgeldigheid ervan niet meer betwisten. In die zin zal de verplichting om facturen integraal in het Nederlands op te stellen stilaan dode letter worden.

Toch blijft het raadzaam om, zolang de taalwetgeving niet aan deze uitspraak wordt aangepast, een meertalige factuur voor uw anderstalige klant op te stellen. Daarnaast kunt u ook nog steeds een vertaling van de Nederlandse factuur meesturen.

Deel dit artikel

Mathieu Roelens

Team Manager Legal mathieu.roelens@vdl.be

Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.