door Hannelore Durieu en Stephanie Vanmarcke
Een in België gelegen onroerend goed wordt belast op basis van het kadastraal inkomen. Een onroerend goed gelegen in het buitenland dat niet wordt verhuurd, wordt daarentegen belast op basis van de huurwaarde, die doorgaans hoger ligt dan het kadastraal inkomen. Door toepassing van het progressievoorbehoud kan dit de Belgische belastingdruk sterk verhogen.
De term huurwaarde werd in het verleden door de fiscus in haar commentaren uitgelegd als "de gemiddelde jaarlijkse brutohuur die men in geval van verhuring, volgens de gebruiken van het land en de ligging van de goederen, had kunnen verkrijgen." Het is dan ook niet onlogisch dat er vaak discussie ontstond rond de vaststelling van deze huurwaarde. Zo kwam het Hof van Beroep in Antwerpen in 2015 nog tussen bij een dergelijke discussie (lees onze update hierover).
De fiscus erkent dat het in de praktijk niet altijd eenvoudig is om te bepalen hoeveel huur men voor dat onroerend goed had kunnen verkrijgen. Daarom reikt zij in een recente circulaire nu aanvullende richtlijnen aan om deze huurwaarde te bepalen. Concreet aanvaardt de fiscus voortaan dat de huurwaarde kan worden bepaald aan de hand van een door een buitenlandse overheid vastgestelde of uitdrukkelijk goedgekeurde waarde. Bij wijze van voorbeeld kan het daarbij gaan om:
Hannelore Durieu
Partner International Tax - Certified Tax Advisor hannelore.durieu@vdl.be
Stephanie Vanmarcke
Team Manager International stephanie.vanmarcke@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.